Te lang en te eenzijdig drukken op prijzen leidt tot slechtere beschikbaarheid van medicijnen. Dat zien we nu bij de sluiting van de Leidse fabriek van InnoGenerics. En het dreigt opnieuw te gebeuren door de bezuiniging via het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS), waarschuwt Carla Vos van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen.
Bijbetalen of overstappen
Als de beoogde herziening per 1 januari 2024 doorgaat, moeten miljoenen Nederlandse patiënten bijbetalen voor hun vertrouwde medicijn óf overstappen naar een voor hen onbekend geneesmiddel. In veel gevallen betreft het mensen met een chronische ziekte, zoals reuma, diabetes, migraine of epilepsie.
Overstappen is een risico
Dat bijbetalen kan variëren van tientjes tot honderden euro’s per jaar, in een tijd waarin veel Nederlanders al moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Overstappen pakt lang niet altijd goed uit, omdat niet elke patiënt goed reageert op een soortgelijk geneesmiddel.
Goedkoopste in Europa
Het overgrote deel van de medicijnen in Nederland is generiek (zonder patent). Onze prijzen van generieke geneesmiddelen behoren inmiddels tot de laagste in Europa, na jarenlang stringent prijsbeleid van verzekeraars en de overheid. Een doosje medicijnen kost in Nederland gemiddeld nog maar 50 cent. Voor bedrijven is het daarom steeds minder aantrekkelijk om hun medicijnen in Nederland aan te bieden – of ze gaan zelfs failliet. Dit zorgt voor oplopende medicijntekorten, ruim 1.500 in het afgelopen jaar.
Afstel is beter
Minister Kuipers wilde het GVS al per 1 januari 2023 aanpassen. Hij stelde dat een jaar uit, na breed protest van onder meer patiëntenorganisaties. De belangrijkste reden voor uitstel was dat de minister de beschikbaarheid van geneesmiddelen na de bezuiniging niet kon garanderen.
Afstel is echter een beter plan. Deze nieuwe prijsmaatregel zet de beschikbaarheid van de juiste medicijnen voor Nederlandse patiënten namelijk nog verder onder druk. Dit leidt in de volle breedte van het medicijnaanbod tot extra medicijntekorten.